Oisterwijk heeft behoefte aan een mediabeleid

De lokale media willen werken aan verbeteringen, daar waar inwoners en politiek behoefte aan hebben. Daarvoor is lokaal beleid nodig. De lokale politiek zou dat samen met de lokale media kunnen opstellen en ondersteunen. Dit blijkt ook uit informatie van diverse landelijke deskundigen.

door Iris de Groo– PIT Onderzoek

Uit ons eerdere behoefteonderzoek kwam naar voren dat de lokale media verbeteringen kunnen bereiken door verruiming van redactiecapaciteit, onderlinge samenwerking en hun presentatievorm. Inwoners willen bijvoorbeeld graag zien wanneer berichten redactioneel of commercieel zijn; redacties willen hun werk graag scheiden van commerciële en politieke belangen; belangenorganisaties vragen onder andere om meer diepgang; politici hebben met name behoefte aan een betere onderbouwing en meer wederhoor. Maarten Pieters, voormalig wethouder in Oisterwijk voegt hier aan toen: ‘Lokale media spelen een belangrijke rol in de lokale politiek, zij doen verslag van de lokale besluitvorming en informeren hiermee de inwoners van de gemeente.’

Nu al

Con van Beckhoven (Nieuwsklok), Huub Groenland (LOVO), Tom Tacken (Brabants Dagblad) en Joris van der Pijll (Oisterwijk Nieuws) hebben laten weten dat ze zich kunnen vinden in de uitkomst van dit behoefteonderzoek. Gedeeltelijk worden deze onderwerpen al uitgevoerd; gedeeltelijk staan ze op het ‘verlanglijstje’. Duidelijk is dat de bevraagde media het belang van samenwerken inzien en volgens hen verruiming (vrijwillig of beroepsmatig) bijdraagt aan verbetering van kwaliteit. Een voorbeeld hiervan: ‘Omroepen mogen meer gebruik maken van hetgeen wij hebben uitgezocht, bevraagd, gepubliceerd. Ze doen dit al af en toe, en weten dat dit tot de mogelijkheden behoort,’ aldus Joris van der Pijll. Een ander voorbeeld van samenwerking: de lokale omroep LOVO toont samenvattingen van diverse lokale media op haar kabelkrant.

Duizendpoten

Volgens Quint Kik, gemeentelijk mediadeskundige bij het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek, is het duidelijk dat er vaak te weinig mensen zijn om het nieuws in de gemeente goed te verslaan. Lokale journalisten moeten zich in tienen splitsen om alles mee te krijgen. ‘Lokale omroepen hebben een lokaal netwerk en zijn als het ware de ‘ogen en oren’ van de gemeente. Lokale kranten kunnen afspraken maken met de omroep om interessante dingen aan elkaar door te geven, zodat de krant deze onderwerpen kan verdiepen. Je kunt het niet meer alleen doen.’ Kik snapt ook de wens van de belangenorganisaties, en denkt dat media daar gebruik van kunnen maken: ‘Het zou goed zijn als journalisten oog hebben voor hun eigen thema’s en vanuit die interesse vragen stellen aan de belangenorganisaties.’

Mogelijkheden

Politici moeten volgens Kik goed zicht hebben in de lokale media en de verwachtingen en mogelijkheden daarvan. De lokale gemeenschap heeft volgens hem behoefte aan media die niet de gemeentelijke organisatie volgt, maar een eigen nieuwsbeleid neerzet. ‘Tegenwoordig worden gemeenten omgeven door communicatie-afdelingen, dat is prima, maar deze moeten niet alles overnemen. Meer hoor en wederhoor is prima, maar dan moeten wethouders toegankelijker zijn, niet te snel naar communicatie verwijzen,’ Aldus Kik.

Gemeentelijk mediabeleid erg belangrijk

Volgens diverse deskundigen en recente onderzoeksrapporten is het opstellen van een gemeentelijk mediabeleid noodzakelijk. Kik bevestigt dat: ‘Gemeenten hebben vaak geen mediabeleid. Met een mediabeleid kunnen gemeenten aantonen dat ze nadenken over het geld wat ze aan lokale media besteden en dat ze openstaan voor samenwerking.’ Hoogleraar journalistiek Jaap de Jong van de Universiteit Leiden stelt in een artikel op de site van Binnenlands Bestuur (klik op artikel): ‘Gezien het belang voor de lokale democratie zou journalistiek een basisvoorziening moeten zijn.’ Iets wat ook blijkt uit het onderzoek van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Om tot een beleid te komen, zouden lokale overheden volgens de VNG moeten beginnen met een inventarisatie van de journalistieke capaciteit. De VNG heeft eind 2020 ook een belangrijk rapport uitgebracht met daarin 'handvatten' (klik op 'handvatten) voor een gemeentelijk mediabeleid. 

Budget

Het Expertiseteam Vitalisering Lokale Journalistiek van de VNG spreekt in haar onderzoek van ‘marktfalen’. Ook zij vinden dat onafhankelijke journalistiek en media lokaal noodzakelijk zijn ter controle van gemeentebestuurders, maar budget is daarvoor niet aanwezig. ‘Er is belangstelling voor lokaal nieuws, maar steeds minder bereidheid om ervoor te betalen. Gemeenten falen eveneens, omdat zij zich meer richten op de eigen communicatie dan op een breed mediabeleid.’ De Raad van Cultuur stelde recent dat het gebruikelijke mediabudget in gemeenten verdriedubbeld zou moeten worden; volgens de VNG zou tenminste een fulltime beroepskracht per 10.000 inwoners aanwezig moeten zijn, dit naast de vrijwilligers en burgerjournalisten.

Gesprek

Ook Maarten Pieters, oud-wethouder in Oisterwijk, is van mening dat het belangrijk is dat de gemeente met de lokale media in gesprek gaat over wat zij nodig hebben. Niet alleen in financiële ondersteuning, maar ook praktisch. Dan kan bijvoorbeeld ook afgestemd worden welk nieuws gedeeld wordt, zodat niet al het nieuws als eerste op de gemeentekanalen te zien is. ‘Zo zorg je er als gemeente voor dat je de lokale media serieus neemt en een plaats binnen de gemeente heeft.’ De bereidheid bij de lokale media is er; de behoefte en noodzaak om met meer diepgang en diversiteit aandacht te besteden aan de journalistieke informatievoorziening blijkt overduidelijk. De politiek kan werken aan een gezamenlijke inventarisatie, het opstellen van mediabeleid en waar nodig budget vrij maken om te komen tot waarborgen en verbeteren van de lokale media in de volle breedte.

Reacties zijn welkom via info@pitonderzoek.nl

Wat maakt het verschil?

Wat maakt het verschil tussen enerzijds de meningsuiting op bijvoorbeeld social media, en aan de andere kant de mate van of vorm van journalistiek werk? Echt duidelijke grenzen zijn er niet, en velen vinden er iets van. Toch zijn er verschillen aan te geven. Hieronder een korte indruk met bewust geen onderscheid tussen vrijwilligers en beroepskrachten; ook niet in opleiding. Het gaat om de rollen en functies, de aard van de werkzaamheden. In de lokale media zien we hiervan vaak mengvormen.

Social media
Bijvoorbeeld berichten op Facebook, en denk ook aan de reacties van lezers op artikelen. Iedereen kan zelf bepalen wat hij/ zij plaatst, en dat kan ook zonder enige vorm van afweging of controle. Er is sprake van een dialoog. Zie het als een praatgroep, een forum.

Lokale media
Denk aan de basis berichtgeving in gratis huis-aan-huis weekbladen, lokale websites en omroepen. Hoofdzakelijk verenigingsnieuws, ingezonden brieven en gemeentelijke informatie. Een (meestal kleine) bureauredactie publiceert datgene wat past bij de lezers. Er is in de regel geen feitelijke controle, wel selectie op enig algemeen belang en doelgroep.

Journalistieke producties
Er is (meestal zichtbaar) extra werk aan besteedt. Ingezonden informatie, tips of eigen waarneming zijn voor een journalist aanleiding voor bevraging, waar mogelijk hoor en wederhoor bij de betrokkenen, minimaal twee kanten van een verhaal, minimaal twee bronnen. Meestal onderwerpen die niet als kopij worden ingezonden.

Kwaliteitsjournalistiek
Meerdere bronnen, toetsen aan feitelijke informatie en regelgeving, hoor en wederhoor aan meerdere betrokkenen, meerdere kanten van een verhaal, bezien in een bredere context. Juist het zoeken naar informatie die in eerste instantie ontbreekt, kenmerkt deze vorm. De auteur toetst bij collega’s (samenwerkende redacties), heeft uit eerdere producties en zo mogelijk eigen waarneming ook zelf kennis van het onderwerp.