26-10-2023 - Oisterwijk, Parel in het Groen?
deel I: De achteruitgang van de natuur heeft een kritische fase bereikt

door PIT Onderzoek (Anno de Vreeze en Wouter Verschuur)

 

Oisterwijk profileert zich als een aantrekkelijk dorp in een fraaie natuurlijke omgeving. Ons dorp eindigde hoog in de landelijke verkiezing van het mooiste dorp van Nederland. Geen wonder dat recreatie en toerisme van oudsher belangrijke sectoren van onze plaatselijke economie zijn.
Dat wij in een mooie gemeente wonen staat dan ook buiten kijf. Dat de ons omringende natuur belangrijk voor ons is, evenmin. Maar wat is de toestand van die natuur? Is er nog aanleiding om er trots op te zijn? PIT Oisterwijk gaat op onderzoek uit.

 

Dode eiken en overwoekerde heide op de Kampina (foto Natuurmonumenten/Geurt-Besselink)

 

Hoe staan wij er voor?
Wij spreken met Ruud van der Star en Frans Kapteijns. Ruud is voor­zitter van het Biodiversiteitsteam. Frans was boswachter van Natuur­monumenten, is lid van het Biodiversiteitsteam en lid van IVN Oisterwijk.

Hoe staat de natuur in en rond Oisterwijk er voor? Gaan wij verstandig om met de natuur? Het kan veel beter, is de strekking van ons gesprek. Onze gesprekspartners maken een onderscheid tussen buitengebied en bebouwde kom.

In het buitengebied speelt de landelijke problematiek van stikstof­neerslag op ons Natura 2000 gebied “Kampina en Oisterwijkse Vennen” en op de aangrenzende natuurgebieden. We hebben te maken met piekbelasters rond deze gebieden. Er zijn te weinig verbindingen tussen natuurgebieden; in grotere gebieden kunnen zich sterkere ecosystemen ontwikkelen. Daarnaast slaat de verdroging* toe. Veel soorten zijn daardoor in de afgelopen jaren verdwenen. Op de hoge zandgronden, waaronder onze Kampina, zijn de eiken aan het afsterven. Een toenmalige boswachter van Natuurmonumenten (Lex Querelle) liet zich in een interview met Nu.nl in 2019 zelfs ontvallen, dat de Kampina voor het oog groen blijft, maar dat de natuur er hartstikke dood is.

Het biodiversiteitsteam is vooral actief in de bebouwde kom. Daar kunnen wij de biodiversiteit zelf actief beïnvloeden. Ruud en Frans noemen het maai- en kapbeleid. “De gemeente kan bermen en plantsoenen actiever beplanten en inzaaien. Het maaien van bermen moet afgestemd worden op de seizoenen. Niet maaien wanneer planten en bloemen in bloei staan!” Het behoud van bomen verdient meer aandacht. “Hier mag de gemeente best strenger zijn. Rond bomen moet voldoende onbestrate ruimte vrij blijven. Hemelwater moet niet geloosd worden, maar verwerkt worden op het eigen terrein.” Het biodiversiteitsteam maakt zich zorgen over de capaciteit van de gemeentelijke organisatie om handhavend op te treden.

De waterproblematiek
Over de problematiek van verdroging kan Maarten Dewachter ons meer vertellen. Maarten is hydroloog, lid van het algemeen bestuur van het waterschap De Dommel en mede-oprichter van de stichting Klimaatbestendig Oisterwijk. Hij maakt duidelijk dat ondanks regelmatige regenval de grondwaterstand meer afneemt dan toeneemt. Daarvoor wijst hij op een recent (2022) uitgebracht onderzoeksrapport “Zonder water, geen Later; Naar een omslag in het (grond)waterbeheer in Noord-Brabant”. Voor dit onderzoek is becijferd dat de jaarlijkse netto grondwater-aanvulling ca 140-200 miljoen m3 bedraagt. De onttrekking daarentegen voor drinkwater, proces- en koelwater en voor de beregening van landbouwgronden bedraagt ruim 300 miljoen m3. Toch is de gemiddelde neerslag op de totale provincie Noord-Brabant ongeveer gelijk aan het totaal van deze onttrekkingen. We gaan dus niet goed om met het regenwater en er is sprake van een aanzienlijke “overbenutting” van het grondwater. Dit versterkt de verdroging.

Meetregistraties tonen verder aan dat vanaf 1950 het grondwaterpeil in Noord-Brabant met ongeveer 0,5 meter is gedaald, voor de hogere delen in de provincie zelfs 1 tot 1,5 meter. De daling van de grondwaterstand heeft een grote impact op bomen, planten, gewassen en bodem. Het waterschap spreekt inmiddels niet meer over het herstel van de natuur, maar over het “beperken van de schade”.

Biodiversiteit*
Frans van Erve neemt ons mee op een wandeling over de Kampina. Frans is onderzoeker en o.a. werkzaam geweest bij Brabants Landschap. Hij monitort vogels en reptielen op de Kampina voor Sovon en Ravon, organisaties die het behoud en herstel van deze diersoorten beogen. Hij vertelt gepassioneerd over de gevolgen van de verschraling van de natuur. Zo is de populatie van de levendbarende hagedis tot een minimum gereduceerd. Sommige vogelsoorten (o.a. tureluur, graspieper, geelgors) zijn geheel verdwenen. Van de ooit tientallen broedparen van de wulp is er nog maar één over. Ook met vlinders en insecten in het algemeen gaat het slecht.

De observaties van Frans zouden ons niet moeten verrassen. Bij de aanwijzing in 2013 als Natura 2000 gebied kreeg de Kampina en Oisterwijkse Vennen voor vrijwel alle habitattypen de opdracht “verbetering kwaliteit”. Uit de Natuurdoelanalyse 2023 van de provincie blijkt dat de situatie sindsdien niet is verbeterd. Hiermee overtreedt Nederland zijn Europese verplichting tot instandhouding en verbetering van dit natuurgebied.

De Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten is bezig met de uitvoering van een ambitieus natuurbeheersplan voor de Kampina en de Oisterwijkse Vennen. Dit plan bestrijkt de periode 2016 - 2033. De toon van het plan is positief, maar ook Natuurmonumenten geeft aan dat duurzaam herstel van de natuurwaarden en de biodiversiteit in deze gebieden alleen mogelijk is wanneer de verdroging en verzuring sterk worden teruggedrongen. Ook is het noodzakelijk om de recreatiedruk te verminderen.

Tot slot
De natuurwaarden en de biodiversiteit in onze gemeente worden dus niet alleen bedreigd, maar zijn in feite al ernstig aangetast. In onze volgende publicaties gaan wij in op de noodzakelijke maatregelen voor herstel, de rol die verschillende organisaties daarbij spelen en tenslotte op de bijdrage die onze lokale gemeenschap (gemeente en inwoners) daaraan kan leveren.

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------*Verdroging en verzuring
Verdroging van de bodem veroorzaakt een daling van de grondwaterstand. Planten en bomen hebben dan meer moeite om hun sapstromen in stand te houden, nemen minder voedings­stoffen (m.n. mineralen) op en drogen uiteindelijk zelf uit.
Verzuring is het gevolg van de neerslag van zwavel- en stikstof-verbindingen op de bodem. Op dit moment wordt ca. 75% van de verzuring veroorzaakt door de stikstofverbindingen NO2 (stikstof-dioxyde) en NH3 (ammoniak). Verzuring leidt tot het uitspoelen van mineralen uit de bodem. Door de verzuring vrijkomende stoffen tasten de schimmelcultures rond de plant- en boomwortels aan, waardoor de opnamecapaciteit van die wortelsystemen afneemt.
Verdroging en verzuring hebben dus beide een negatieve invloed op de gezondheid van de natuur. De effecten verschillen per plantensoort. Stikstofverbindingen zijn ook een meststof en planten die aan die stof behoefte hebben, doen het goed en gaan andere soorten overwoekeren. Voorbeel­den zijn pijpenstrootje, brandnetel, braam en berk. Eiken, daaren­tegen, hebben veel last van de aantasting van de schimmel­cultures rond hun wortels en van de verminderde beschikbaarheid van voor hen essentiële mineralen. De effecten verschillen per bodemsoort en zijn het sterkst op de hoge zandgronden, zoals op onze Kampina.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
*Biodiversiteit
is de verscheidenheid aan leven in een bepaald gebied. Het omvat alle aanwezige soorten planten, dieren, bacteriën, schimmels en overige micro-organismen. Leven op aarde is niet mogelijk zonder biodiversiteit. Het complexe samenspel van al die verschillende soorten zorgt ervoor dat de veerkracht van onze planeet in stand blijft. Als soorten verdwijnen, heeft dat weer effect op andere soorten en uiteindelijk kunnen er kettingreacties ontstaan die onze voedselvoorziening, ons klimaat, onze gezondheid en onze natuurlijke hulpbronnen in gevaar brengen” (omschrijving Wageningen Universiteit)
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------