Voorlopig geen smeerolie op de omgevingsdialoog

13 juli 2020

Duidelijkere richtlijnen voor een omgevingsdialoog kunnen voorkomen dat bestemmingsplanwijzigingen vaker in de raad besproken worden. ‘Er mag smeerolie op de dialoog‘, zo was de strekking van het verhaal van onze onderzoeksredactie vorige week. Raads- en commissieleden spraken afgelopen donderdag over richtlijnen voor deze omgevingsdialoog*, de bijeenkomsten waar omwonenden en ontwikkelaars hun belangen onder de aandacht kunnen brengen in voorbereiding op een bestemmingsplanwijziging. Als daarvoor goede regels zijn, hoeft men elkaar niet aan te spreken over de manier waarop de omgevingsdialoog is gevoerd, en kan kan het over de inhoud gaan. De raad krijgt dan beter inzicht of er voldaan is aan de richtlijnen, en weet dat de diverse belangen goed zijn afgewogen. Nu wordt er bijvoorbeeld niet gecontroleerd of die ene kritische buurtbewoner wel uitgenodigd was, tenzij deze zichzelf meldt.

door Inge Dekker – PIT Onderzoek

Jean Coumans van partij PrO zag dergelijke misverstanden ontstaan en wilde de vorm en het nut van de omgevingsdialoog bespreken in de raad; hiertoe werd donderdag 9 juli een Raadsontmoeting georganiseerd. De partij overwoog onder andere om “omwonenden op kosten van de aanvrager ondersteuning aan te bieden om de gelijkwaardigheid in inbreng tussen bewoners en aanvrager beter te waarborgen.” In de raadsontmoeting gaf Marieke Dujardin-Stork namens AB aan, wel iets te zien in ambtelijke ondersteuning en controle op de omgevingsdialoog, aangezien de deze niet altijd goed gevoerd wordt. Dat laatste wordt door de aanwezigen erkend, maar sommigen zijn huiverig voor extra controle en regels: “Ik zie de struggles van de kwaliteit van de dialoog en de positie van de omwonenden die achter het net vissen. Het enige wat ik me afvraag, is of we dat kunnen gaan opleggen en of de kwaliteit van de dialoog dan beter wordt,” vertelt Stefanie van fractie Vulders. Carlo van Esch namens PGB vulde aan: “Ik denk niet dat regels de kwaliteit verbeteren. Intrinsieke motivatie is belangrijker. Beide partijen moeten bereid zijn om het gesprek te voeren. De gemeente heeft daarin geen rol. Het is een gesprek tussen initiatiefnemer en omgeving. De gemeente dient wel mee te luisteren zodat ze een weloverwogen keuze kan maken.” Coumans en Dujardin vragen zich af wat de functie is van een dialoog als er niets mee gedaan wordt en de gemeente er vervolgens geen consequenties aan hangt. “Is die omgevingsdialoog een wassen neus?” vraagt Coumans zich af. Informatie en inspraak kan in diverse vormen (Foto: Joris van der Pijll).

Evalueren

De VVD en wethouder Eric ten Brink opperen om de raadsdiscussie later voort te zetten. “We hebben de handvatten opgeschreven en daar wordt dankbaar gebruik van gemaakt. We willen in eerste instantie het punt bij de initiatiefnemer laten liggen. We willen kijken hoe die gevoerd wordt en daar op evalueren,” vertelt Ten Brink. Anne Cristien Spekle-Hooghart (VVD) vult aan: “Sinds maart loopt deze pilot. Op dit moment vind ik het prima om het proces te bekijken en later te evalueren. Dan is het moment ook om verder de discussie te voeren.” “Dit was in ieder geval een goede dialoog,” zo sluit de voorzitter af en concludeert dat de raad eerst de pilot en evaluatie wil afwacht alvorens over te gaan tot eventuele actie. Inwoners zullen tot die tijd zelf alert moeten blijven om invloed uit te oefenen op bestemmingsplanwijzigingen.

* De omgevingsdialoog

De omgevingsdialoog is een onderdeel van een bestemmingsplanwijziging. Het is een gesprek tussen bijvoorbeeld een projectontwikkelaar en allerlei betrokken partijen, om de verschillende belangen inzichtelijk te maken. De projectontwikkelaar kan het plan aanpassen op basis van de wensen van de buurt, maar is daar niet toe verplicht. De raad kan vervolgens een goede belangenafweging maken.