Onvoldoende  informatie voor besluitvorming door gemeenteraad over sociale woningbouw

10 maart 2021

Het leek een grote stap in november 2018. De raad gaf opdracht aan het college om te zorgen dat 35% van de nieuwbouw bestaat uit sociale woningbouw. Maar bevindingen van onze redactie constateren dat er geen schot in de zaak zit. Wat gaat de raad, het hoogste bestuursorgaan, daar aan doen?

Door: Inge Dekker /  Pit Onderzoek

De gemeente moet er voor zorgen dat er van de totale nieuwbouw, minimaal 35% sociale koop of huur is, betaalbare woningen. Bij opvraag hoe het staat met deze afspraak, liet de gemeente weten dat er geen overzicht is van de stand van zaken. Uit de jaarcijfers van woonstichting Leystromen blijkt dat zij tussen 2014 en 2019 überhaupt geen gelegenheid hebben gekregen sociale huurwoningen te bouwen in de gemeente Oisterwijk. Er werden in de gemeente Oisterwijk in 2019 totaal 128 woningen gebouwd (CBS), waarvan geen enkele in de sociale huur of sociale koop. In 2020 heeft Leystromen wel woningen gebouwd, op de locaties KVL (21 sociale huurappartementen), Hoogstraat (5 sociale huurappartementen) en Harrie Jansenstraat (14 sociale huurwoningen op de locatie van de voormalige BS De Wingerd), waarmee het percentage in dat jaar op 67 % kwam. Van overige organisaties en bouwprojecten kon de gemeente ons geen cijfers geven. Ook kwamen we er recent achter dat de gemeente aan woningcorporaties vraagt, om in 2021 betaalbare sociale huurwoningen over te hevelen naar de vrije huursector. Want er is volgens de gemeente naast betaalbare woningen ook een tekort aan huurwoningen met een huur tussen de €735 en €1000. 

 

Sociale huurwoningen van Woonstichting Leystromen (opgeleverd in 2020): links 14 woningen op de locatie van de voormalige basisschool De Wingerd aan de Harrie Janssenstraat en rechts 21 huurappartementen tegenover de Boerenbondwinkel op het KVL-terrein (© PIT Onderzoek)

Politiek

De vraag is of de 35% afspraak komende jaren wel gehaald gaat worden. We vroegen de politieke partijen wat voor acties ze gaan ondernemen om dat alsnog te bereiken. Zowel AB, CDA, PGB als D66 hebben allereerst behoefte aan een compleet overzicht van opgeleverde nieuwbouw en het percentage sociale woningen. CDA en D66 verwachten dat het college met een overzicht komt. Is dat niet zo, zullen ze erom vragen. AB en PGB stellen zich wat actiever op. AB gaat het college formeel vragen stellen. PGB is van plan om met het college en de raad bijeen te komen. Pas dan, als dat overzicht er is, kan de raad daadwerkelijk het percentage van 35% sociale nieuwbouw waar maken.

Doorschuiven

Hoe gaan zij vervolgens zorgen dat die ‘hete aardappel’ niet van project naar project wordt doorgeschoven? AB, PGB en D66 zeggen alledrie zowel aan de voorkant bij planvorming scherp te zullen zijn, als de uitvoering te controleren. Geertje Mink (CDA) geeft een wat concreter antwoord: “Per kwartaal een overzicht opvragen. Ook scherp in de gaten houden wat er nu daadwerkelijk wordt bereikt. En bij bouwplannen ook benadrukken dat bijvoorbeeld Collectief Particulier Ondernemerschap gestimuleerd moet worden om goedkopere woningen te kunnen realiseren. Maar ook kijken naar de provincie. Zij hebben aangegeven dat de gemeentes meer woningen moeten bouwen. Daarbij moeten zij ons steunen als wij een goede plek hebben gevonden om te bouwen.” VVD en PRO gaven geen inhoudelijke reactie.

Inhaalslag

Bij de raadsleden is niet duidelijk binnen welke termijn de 35% sociale woningbouw verwacht mag worden; per project, per jaar of zelfs verspreid over meerdere jaren? Sinds de invoering van die regel is zover nu bekend een gemiddeld percentage van 19 % behaald. Wil men met terugwerkende kracht tot 35% komen, moet er een inhaalslag volgen. De raadsleden geven daarover geen eenduidig standpunt; nog onbekend is of ze die inhaalslag inderdaad gaan maken.

Wilt u meer lezen over dit onderwerp? Klik dan op onderstaande publicaties:

Terug naar alle publicaties over Woningnood & Woningbouw: klik hier